Skip to main content
Skip to main content
Winkelmandje
Zoeken
Land

Wondverzorging drain

Hoe moet je een geheel of gedeeltelijk verwijderde borst verzorgen?

Drain Wound Care

Na een mastectomie kan het zijn dat je wordt ontslagen uit het ziekenhuis en naar huis gaat met een of meerdere drains in het litteken, de borst of oksel. Voordat je het ziekenhuis verlaat, dien je verzorgingsinstructies te krijgen en dient je verteld te worden hoe vaak je je borst moet controleren en het drainagezakje moet legen. Het doel van de drain is te voorkomen dat het vocht zich ophoopt in de buurt van het litteken.

Vocht dat zich verzamelt in een wond is een voedingsbodem voor bacteriën en kan een infectie tot gevolg hebben. Er wordt doorgaans gebruikgemaakt van twee typen drainagezakjes: een geveerd type en een met een bolle injectiespuit. De bolle injectiespuit is de meest gebruikelijke variant en het eenvoudigst in gebruik. Het slangetje loopt vanuit de wond naar het zakje en is ongeveer 35 tot 40 cm lang. Het zakje heeft een lus en kan aan de binnen- of buitenkant van de kleding worden bevestigd. 

 

drain wound careBetere wondverzorgingsmogelijkheden, betere en toch comfortabele kleding zoals speciale kleding voor drains, zijn verkrijgbaar om je te helpen met de drains na een borstoperatie. Deze katoenen, hemdachtige modellen zijn zacht en comfortabel en hebben geen naden aan de binnenkant die vervelend tegen je huid zouden kunnen schuren. Een onzichtbaar voorpand maakt het mogelijk het zakje op vast te maken, of vast te maken met klittenband. Het hemd kan ook worden gedragen met zachte katoenen borstprotheses waardoor je lichte rondingen krijgt tijdens je herstel en genezing. 

Bij het legen van het drainagezakje dient het volgende in acht te worden genomen:

1. Was je handen voordat je het zakje leegt. Iedereen die je helpt, dient zijn of haar handen ook te wassen. 

2. Controleer de drains minimaal 4 keer gedurende de eerste 24 uur na thuiskomst en als het zakje voor meer dan 2/3 vol is, leeg het dan in de meetcontainer. Zorg ervoor dat je de binnenkant van de opening of stopper niet aanraakt. Controleer het zakje op: 

  • Hoeveelheid vocht: De hoeveelheid afgevoerd vocht is groter vlak na een operatie, maar zal geleidelijk afnemen. Hoeveelheden van 100 cc of meer zijn normaal, afnemend tot ongeveer 30 cc of minder en vlak voordat de drain wordt verwijderd. 
  • Consistentie: Aanvankelijk is de consistentie een beetje dikker dan water en beweegt het soepel door het slangetje. Met de tijd moet het vocht vloeibaarder worden. Als het vocht dikker wordt of niet soepel genoeg door het slangetje loopt, waarschuw dan een arts. 
  • Kleur: De eerste 24 uur zal het vocht helderrood zijn, maar tot aan het verwijderen van de drain verandert dat naar strogeel. Als de kleur na twee tot drie dagen nog steeds rood is, waarschuw dan een arts. 

3. Druk het zakje na het legen plat en sluit het opnieuw aan . Als het zakje niet plat wil blijven, waarschuw dan een arts. 

4. Spoel de meetcontainer af en was je handen opnieuw. Maak het zakje vast op je kleding met een veiligheidsspeld of doe het in een zak van loszittende kleding. 

5. De drains zullen worden verwijderd door de chirurg bij je eerstvolgende controle, meestal 10 tot 14 dagen na de operatie.  

Drain- en wondverzorging

drain wound care

Als je het ziekenhuis verlaat, zal de wond worden afgedekt met een steriel gaasje. Het is erg belangrijk dat dit gaasje droog en schoon blijft. De meeste chirurgen geven er de voorkeur aan dit gaasje te laten zitten tot de volgende controleafspraak, maar van sommigen mag je het ook zelf verwijderen. Zelf verwijderen van het gaasje: 

  1. Was eerst je handen. Vraag iedereen die je helpt dat ze zijn of haar handen ook wassen.
  2. Verwijder de tape voorzichtig, te beginnen met één kant gevolgd door de andere kant. 
  3. Verpak het gaasje twee keer en gooi het weg. Was je handen opnieuw. 
  4. De wonde (het litteken) zal lichtrood gekleurd zijn aan de randen. Hij mag alleen een klein beetje gezwollen zijn, maar er mag geen vocht te zien zijn. Alle andere bevindingen dienen gemeld te worden aan de chirurg.